tuspeel-route, grathem
Via de A2 naar het zuiden kun je voorbij Weert afslag 41 “Grathem” nemen. Vanuit het Limburgse dorp Grathem is een mooie wandeltocht uitgezet die gaat door enkele beekdalen en een heidegebied.
Onderweg, naast natuurschoon, vele bezienswaardigheden zoals kastelen, een watermolen en een windmolen.
De routebeschrijving van deze wandeling van 19 kilometer is te vinden op
De wandeling begint op het kerkplein van de Sint Severinuskerk in Grathem.
De Romaanse toren van deze kerk is naar alle waarschijnlijkheid gebouwd in de 12e of 13e eeuw en geheel opgetrokken uit mergel. De andere delen van de kerk zijn van latere datum en door de jaren is er regelmatig verbouwd.
In november 1944 is het gebouw door artillerievuur zwaar beschadigd. Het duurde echter tot 1952 voordat aan het herstel van de kerk kon worden begonnen. Op 13 juni 1953 werd de vernieuwde kerk ingewijd.
Na het oversteken van de doorgaande weg loop je via een grindpad met de naam “Professor Hentrich Pad” richting een wit kasteel met de naam “Groot Buggenum”, gelegen langs de Uffelse Beek.
In de 14e eeuw stond er op deze plaats al een kasteel. In de loop der eeuwen werd er steeds iets bijgebouwd. In de Tweede Wereldoorlog werd het flink beschadigd en verviel tot een ruïne. In 1971 heeft een architect uit Düsseldorf, professor dr. Helmuth Hentrich, de ruïne gekocht en er zijn levenswerk van gemaakt. Er waren geen bouwtekeningen van het kasteel en de architect moest dus zelf heel creatief op zoek om een en ander te verwezenlijken. In het kasteel bracht hij allerlei kunstvoorwerpen bij elkaar. Met medewerking van de toenmalige burgemeester van Grathem en de gouverneur van Limburg heeft de professor het kasteel met de omvangrijke kunstcollectie geschonken aan de provincie Limburg op voorwaarde dat alles blijft voortbestaan. De Stichting Kasteel Groot Buggenum beheert het kasteel sinds 1999 in opdracht van de provincie. Het is beschikbaar voor rondleidingen, huwelijken, zakelijke evenementen, besloten feesten en koffietafels.
Niet in de routebeschrijving opgenomen – je kunt tenslotte niet alles uit de omgeving vermelden – is kasteel Ten Hove. Dat kasteel staat rechts van het genoemde grindpad in een bosschage aan het einde van het grasland richting Grathem. Daar ben ik toch even gaan kijken en het is een prachtig gebouw.
Volgens overlevering zou er op de plaats van het kasteel in het jaar 1210 al een versterkte burcht hebben gestaan die in 1340 door brand werd verwoest. De gewelven in de kelder van het huidige hoofdgebouw zouden daarvan nog restanten bevatten. De eerste officiële vermelding is pas in de 15e eeuw. Het bestaande hoofdgebouw is van begin 17e eeuw en zou gebouwd zijn door jonkheer Willem De Borman, heer van Grathem, en zijn vrouw Margaretha van Waes. Daarna hebben er diverse families gewoond. In 1922 vertrekt de laatste adellijke familie en in 1925 staat het geheel te koop. Een boer uit Grathem kocht de hele boel op en gebruikte de ruimten van het kasteel om zijn oogst op te slaan. Dat duurde tot 1933 toen het kasteel een nieuwe bestemming kreeg als nonnenklooster met een verzorgingscentrum voor bejaarden. Later is er ook een kleuterschool in gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep het kasteel in 1944 enorm veel schade op en raakt het, mede door leegstand, in verval. Pas in 1961 koopt een verzekeringsmaatschappij het kasteel en het wordt gerestaureerd om er een vakantieoord voor de kinderen van het personeel van te maken.
Vanaf 1992 is het kasteel weer privé-eigendom en worden er de nodige restauraties verricht. Het voorhof is verbouwd tot appartementen.
Vroeger lag het kasteel op de linkeroever van de Uffelse Beek. In de 20e eeuw werd de beek gekanaliseerd en stroomt nu veel zuidelijker. In de tuin staan enorme kastanjebomen, waarvan een exemplaar een stamomvang heeft van ruim 6 meter en een hoogte van ruim 20 meter.
Weer terug naar de route en via enkele klaphekjes loop je een stukje langs de meanderende Uffelse Beek en achter het terrein van een boerderijcamping.
Verderop even langs het kanaal Wessem-Nederweert, waarna de route weer richting Grathem gaat (zie foto hieronder).
In Grathem kom je langs watermolen “De Grathemermolen”, gelegen aan de Uffelse Beek. De molen bestond al in de 13e eeuw en was toen eigendom van de Abdij van Thorn. Later is de molen in het bezit geweest van onder andere de adellijke familie De Borchgrave d’Altena die op kasteel Groot Buggenum woonde. In 1874 werd pachter-molenaar Louis Schreurs de eigenaar en is de molen ingrijpend verbouwd.
Weer later werd de gemeente de eigenaar en vanaf 10 september 2017 is de molen voor de som van € 1 overgedragen aan Stichting Het Limburgs Landschap.
Voorbij de molen gaat de route langs de beek verder.
Onderweg zijn sporen te zien van bevers, die soms een waar kunstwerk hebben achtergelaten door hun geknaag.
Even uitkijken tijdens het oversteken van een drukke weg en dan kom je in de “Tuspeel”, een klein natuurgebied van 28 ha gelegen tussen de plaatsen Grathem en Heel. Het is sinds 1974 eigendom van Stichting Het Limburgs Landschap en heeft daarmee voorkomen dat het gebied door grindwinning verloren zou gaan. Op het bord staat aangegeven dat paarden het gebied begrazen en ik werd welkom geheten door een van hen. In het gebied liggen mooie vennen verscholen.
Over grindwinning gesproken.
Je komt bij een grote waterplas met de naam “De Lange Vlieter” gelegen op grondgebied van de plaats Heel, gemeente Maasgouw.
Door de grote hoeveelheden uitgegraven grind is hier de plas ontstaan.
Het dient nu als voorraadbekken voor drinkwater en is eigendom van Waterleiding Maatschappij Limburg (WML).
Op de achtergrond - links van het midden - zie je de twee koeltorens van de Clauscentrale in Maasbracht.
Via enkele wandelpaden waarlangs diverse waterputten van WML liggen kom je uit bij een windmolen (zie punt 6 van de routebeschrijving).
Deze molen met de naam “Sint Lindertmolen” is in 1790 gebouwd tussen Heel en Panheel met toestemming van Gravin-douairière de Horion. In 1856 is de molen verplaatst naar de rand van de Beegderheide. Men ontdekt in 1997 dat de molen zwaar is aangetast door de bonte knaagkever. Nadat de toenmalige gemeente Heel de molen heeft gekocht wordt deze gerenoveerd. Pas in het jaar 2002 krijgt de molen zijn uiteindelijke naam. Sint Lindert oftewel Leonardus was een kluizenaar in de zesde eeuw en een volksheilige tegen allerlei ziekten en plagen zoals onvruchtbaarheid, reumatiek en veeziekten bij paarden en rundvee.
Het bijzondere aan de molen is het wachthuisje op het balkon (zie foto rechts).
Na de molen gaat de wandeling voorbij een sportpark naar de Beegderheide.
Via een bospad waarlangs in enkele dode bomen grappige gezichten zijn gesneden kom je op de heide zelf.
De Beegderheide is een gevarieerd gebied van ongeveer 300 ha. Het bestaat uit kleine stuifzandgebieden, loof- en naaldbos, heide en natte delen met vennen. De ongewenste bomen in het gebied, zoals de Amerikaanse eik, wordt hier bestreden door het maken van houtsculpturen (zie de gezichten op de foto’s) en het ‘ringen’ van de stam. (Zie de linkse foto van de inmiddels dode eik waarin onder aan de stam een diepe ring is gekerfd.) Door het ringen sterven de bomen af en levert het dode hout kansen voor schimmels, insecten, spechten en andere insecteneters.
Bij toeval kwam ik terecht bij een schaapskudde op de Beegderheide. Het zijn Kempische Heideschapen die aan het begin van de 20e eeuw nog bij tienduizenden voorkwamen over de gehele Belgische en Nederlandse Kempen. Door het in cultuur brengen van de zandgronden liep het aantal Kempische Heideschapen drastisch terug. In de jaren zestig van de vorige eeuw heeft men zelfs met moeite een groep dieren bijeengezocht en is in 1967 de Stichting Het Kempisch Heideschaap opgericht en die hebben het ras op de Strabrechtse Heide bij Heeze in Brabant terug gefokt. Inmiddels worden er zo’n 6000 door het stamboek goedgekeurde Kempische Heideschapen ingezet voor het beheer van natuurterreinen in Noord-Brabant en Limburg.
Het grootste ven op de heide, het “Beegderven”, ligt er prachtig bij.
Het heidegebied wordt verlaten en via een klaphek en fraaie smalle bospaden kom je bij een voormalig kloostercomplex welke nu in gebruik is door het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers). Vanaf daar gaat de route weer langs open gedeelten met bosranden en akkergebouwgebied (zie punt 10 van de routebeschrijving).
Bij het bord “Landgoed Genegenterhof” (inmiddels weer op grondgebied van Grathem) loop je een mooi natuurgebied in.
Op het landgoed is gevestigd ‘Groencentrum Genegenterhof’. Het biedt arbeidsmatige dagbesteding aan (jong) volwassenen met een verstandelijke handicap. Het centrum maakt deel uit van PSW (Stichting Pedagogisch Sociaal Werk Midden- en Noord-Limburg) en is gevestigd in de nieuwgebouwde boerderij Genegenterhof. Het is een levendig activiteitencentrum. Vanuit Genegenterhof helpen (mobiele) groenploegen externe opdrachtgevers met onder meer het opruimen van vuil dat achterblijft na hoogwater, het snoeien van bosranden, uitdunnen van bossen en het kloven en zagen van brandhout. Andere cliënten werken in de eigen tuin of voeren werkzaamheden uit voor de aanpalende biologische hazelnootkwekerij. Tevens worden er op bescheiden schaal producten gemaakt, zoals bijvoorbeeld jam. Samen met groenten en fruit van eigen grond, wordt het verkocht in een bescheiden verkooppunt.
In de richting van het vertrekpunt in Grathem loop je weer geruime tijd langs de Uffelse Beek totdat je in de bebouwde kom arriveert.
De kerk heb je dan al een poos in het vizier en daar aangekomen zit deze wandeling er weer op.
Reactie plaatsen
Reacties
Route is op deze manier mooi in beeld gebracht door de foto's die ook nog voorzien zijn van leuke extra info of achtergrondinformatie.
Mooi Willem, en weer schitterende foto's!!! Complimenten nog maar eens!
Mooi fotoverslag! Leuk dat wachthuisje op het balkon van de molen, was mij nog niet opgevallen. De link weer aan de omschrijving bijgevoegd ook aandacht besteed aan de fotoverslagen in een twitterberichtje.
Hallo Willem,
Mooie duidelijke beschrijving met prachtige foto's.