stenen der zaligheden-tocht, reusel


Deze tocht vertrekt vanaf de Taverne d’n Ouwe Brandtoren in het buitengebied van Reusel. De tocht gaat vooral door bosgebied en langs enkele vennen. Hier en daar wordt de grens met België overgestoken. Onderweg het monument “De Stenen der Zaligheden”, acht keien die staan voor de acht dorpen in de Kempen die bekend staan als de “Acht Zaligheden”, en er staan herinneringen uit de beide wereldoorlogen.

Dus ook een tocht met geschiedenis.

Een routebeschrijving met plattegrond staat op https://www.klikprintenwandel.nl/wandelroutes/langs-de-stenen-der-zaligheden

Ik liep deze 19 kilometer lange wandeling op 13 juli 2020.


Vanaf de Taverne d’n Ouwe Brandtoren vertrekt deze wandeling.

In 1933 werd er een zogeheten "vurwerkerswoning" gebouwd in de bossen tussen Reusel en Postel. De woning werd bewoond door een voorman van de gemeente die betrokken was bij de bebossing van de heide in de omgeving. Naast die woning stond een brandtoren waar de taverne zijn naam aan ontleent. In 1999 is er van die woning een taverne gemaakt. In en om die taverne zijn de verhalen nog te lezen en te proeven die zich er in de loop der jaren hebben afgespeeld.


Tegenover de taverne staat een houten uitkijktoren. Omdat ik al vroeg aan de tocht wilde beginnen, was de toegang tot deze toren nog gesloten. Pas vanaf half tien is deze geopend, net als de taverne die ook dagelijks om die tijd opengaat. Voorbij de toren over een mooi bospad sta je een stuk verderop ineens oog in oog met het beeld Januskop. De mannelijke figuur kijkt je ernstig aan. Het beeld heeft aan de andere kant een vrouwengezicht welk uitkijkt op het vennetje wat erachter ligt.

Een Januskop is een oeroud symbool voor tegenstellingen en overgangen, vandaar de twee gezichten. Op deze plek, een scheidingslijn op 32 meter hoogte, stroomt aan de kant van het vrouwengezicht hemelwater van Nederland naar België via de rivier de Nete naar de Schelde. Aan de kant van het mannengezicht stroomt het water via de rivieren de Reusel en Raamsloop naar de Dommel om uiteindelijk via de Maas in de Noordzee uit te komen.


 

Na het beeld gaat de wandeling verder langs het vennetje door het bos en kom je langs een open gebied.

Het meest opvallende hier is het dikke mostapijt op de bodem tussen allerlei soorten beplanting.

 

 

Dit is het gebied van de Peelse Heide met een oppervlakte van 455 ha op grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden. Het was vroeger een woest gebied en is in de periode 1930-1945 ontgonnen en beplant met grove den.

 

In het gebied bevinden zich twee cirkelvormige wegen: “De Groote Cirkel” en “De Kleine Cirkel”. Een overijverige ambtenaar van de gemeente Reusel was eens in Parijs geweest en was onder de indruk van het lijnenspel bij de Arc de Triomphe en de Champs Elysées en vond dat Reusel ook wel een dergelijke uitstraling mocht hebben. De heer Adrianus Antonie Willekens, burgemeester van Reusel van 1912 tot 1942, zag er wel wat in en toog met een boswachter naar het bosgebied en zette met behulp van een stuk touw de cirkels uit.  

 

De beide cirkels zijn nog steeds goed te herkennen in het landschap en waren in de Tweede Wereldoorlog een oriëntatiepunt voor piloten.


En dan kom je bij een monument

“Stenen der Zaligheden”,

de naamgever van deze wandeltocht.

 

De acht stenen symboliseren de dorpen de Acht Zaligheden.

Dat zijn: Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wentersel (=Wintelre).

 

Drie van de acht stenen heb ik afgebeeld.

Hierboven de steen van Reusel en daarnaast die van Eersel. Rechts de steen van Steensel.

De stenen liggen zodanig gerangschikt dat de ligging overeenkomt met die op de kaart van de Kempen.

 

Een verklaring hoe de naam “Acht Zaligheden” is ontstaan zou uit de tijd stammen dat België zich afscheidde van Nederland. Rond 1830 waren veel soldaten uit de welvarende noordelijke helft van Nederland hier gelegerd. De Kempen was toen een erg arme streek, maar de bewoners dachten dat ze een “zalig” leven leidden. De soldaten vonden het hier echter een grote armoede en ze ontdekten dat er acht dorpen waren waarvan de naam steeds eindigde op -sel.

Ze spraken toen met spot over de “Acht Selligheden”.


 

 

Na het monument (zie punt 3 van de routebeschrijving) loop je langs een open plek waarlangs de eikels van de eikenbomen nog volop in ontwikkeling zijn, terwijl de peulen van de uitgebloeide brem al aan de struiken hangen.


Links van het pad ligt een grote kei in het veld en het blijkt de "Reuselse Kei" te zijn. Deze is lang geleden door de Maas, die toen door de Kempen stroomde, meegevoerd vanuit de Ardennen. Deze kei met een gewicht van 1.240 kilo lag oorspronkelijk in de buurt van het Kroonven, maar is op 5 mei 1930 daar weggehaald en naar een ven aan de oostkant van de Groote Cirkel gebracht. Daarna is de kei weer verhuisd naar het centrum van Reusel maar sinds 5 september 2000 ligt hij op deze plaats aan de westzijde van de Groote Cirkel.

Een uitgebreid verhaal hierover is te lezen op het informatiebord bij de kei.


Na een bospad en langs een bosrand lopend gaat de wandeling langs een landbouwperceel waarop de tarwe al staat te rijpen. Daar buigt het pad het bos weer in en via een smal pad kom je bij het natuurgebied de “Reuselse Moeren”.


Het huidige natuurgebied de Reuselse Moeren was vroeger een hoogveengebied wat zich uitstrekte aan weerszijden van de grens met België. Het veen is bijna geheel afgegraven, maar er zijn nog sporen van vervening te vinden. De Vaartloop is ooit gegraven voor de afwatering van het veen maar is nu voorzien van een aantal stuwen om het grondwaterpeil te kunnen regelen. Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer met het doel om de kwetsbare veengronden te kunnen behouden.

De route gaat hier door een smal bosperceel langs het gebied waar onder andere het kwetsbare veenmos groeit.


Voorbij vogelkijkhut “De Kiekkaaste” loop je om het veengebied heen en ga je over een mooi slingerend bospad tussen hoog opgroeiende varens door. Wat verderop zijn er geen varens maar valt juist het vele gras op.


Het pad door het bos komt uiteindelijk uit op de “Grensweg”. Deze weg loopt letterlijk op de grens tussen Nederland en België.

De route volgt deze weg tot grenspaal nummer 201 en gaat dan over een zandpad tussen akkers door, die nu volstaan met maïs, richting de Postelsche Hofstee.


De Postelsche Hofstee is een restaurant gelegen in het Belgische Postel.

Het huidige gebouw dateert van 1857 en is gebouwd in opdracht van Filips Eugenius Ferdinand Maria Clemens Boudewijn Leopold George, prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg en Gotha en graaf van Vlaanderen. Hij was de derde zoon van Leopold I (de eerste koning van België) en de jongere broer van Leopold II (de tweede koning van België). Het hele domein had een oppervlakte van 83 ha en werd gebruikt als domein voor de jacht. Al in 1863 zijn de gebouwen verkocht alsmede de omringende grondgebieden.


Voorbij het restaurant kom je weer op de grens bij grenspaal nummer 200 en daar loop je een mooi bosgebied in op grondgebied van de gemeente Reusel-De Mierden. Je bent hier ten zuiden van de Groote Cirkel.

Langs het pad groeit het zachte buntgras(3e foto) en het pijpenstrootje(4e foto).


Door het bosgebied over een smal pad, waar deze groene kikker blijkbaar zat uit te rusten, gaat de route verder over een zandweg waarlangs weer een grenspaal staat met nummer 199.


Iets verderop kom je bij een stukje elektrische draadversperring (punt 7 van de routebeschrijving). Men noemt dit ook wel “De Dodendraad” of “D’n Draod”. Hier in de bossen ten zuiden van Reusel is er een voorbeeld van gemaakt.

 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in 1915 een elektrische versperring aangebracht tussen het neutrale Nederland en het bezette België. De Dodendraad werd in opdracht van het Duitse bezettingsleger over een lengte van 450 kilometer aangelegd op Belgisch grondgebied vanaf het Zwin bij Knokke tot bij de stad Aken.

 

Op de versperring stond op steeds wisselende draden 2000 volt wisselspanning. Aan beide zijden van de Dodendraad was een extra hek met prikkeldraad geplaatst, om mens en dier van de versperring weg te houden. Aanraking van de Draad leidde tot elektrocutie met meestal de dood tot gevolg. De versperring moest verhinderen dat oorlogsvrijwilligers en Duitse deserteurs België ontvluchtten. Tevens moest het hekwerk verhinderen dat spionageberichten uit bezet gebied via Nederland geallieerde spionagediensten bereikten en diende de smokkel tegen te houden. De Dodendraad kostte naar schatting vele honderden mensen het leven, maar kon niet voorkomen dat duizenden mensen op velerlei manieren de grens passeerden.

Na de oorlog werd de versperring snel afgebroken.


Na dit indrukwekkende monument uit de Eerste Wereldoorlog gaat de route een stukje over een fietspad waarna een 700 meter lang pad tussen de akkers wordt gevolgd. In het begin van het pad staan vele acacia’s en na een weg door het bos passeer je het Kroonven en ben je op grondgebied van de gemeente Bladel.


Hier in de Brabantse Kempen zijn in de Tweede Wereldoorlog ook gruwelijke dingen gebeurd, getuige een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de twee onderduikers die hier in 1944 zijn gefusilleerd.

Een monument om even bij stil te staan.

 

Twee dagen voor de bevrijding op 20 september 1944 hebben Duitse parachutisten de beide onderduikers omgebracht. Het betrof Willem Flipse en Harm Freericks die ervan werden verdacht helpers te zijn van de PAN (Partizanen Actie Nederland). De PAN hielp tijdens operatie ‘Market Garden’ (een geallieerd offensief van 17 tot 26 september 1944) de neergekomen paratroepers. Men vermoedt dat Flipse en Freericks zijn betrapt tijdens het doorzoeken van een Britse carrier (een licht bepantserd rupsvoertuig). Een van hen droeg een blauwe overall met een PAN-armband en dat was voor de bezetter genoeg om aan te tonen dat ze met partizanen te doen hadden, met als gevolg hun uiteindelijke dood.


Verder lopend zag ik in het bos een prachtige mierenhoop waar het met dit warme weer enorm druk is met al die ijverige mieren.

Hierna loopt de route bijna geheel om de mooi gelegen visvijver ’t Neerven (zie bij punt 9 van de routebeschrijving).


 

Tijdens het laatste deel van de wandeling richting het startpunt bij Taverne d’n Ouwe Brandtoren zag ik dat de Amerikaanse eik op enkele plaatsen al aan het verkleuren was, terwijl de herfst toch nog ver weg is.

 

 

Het Havikskruid naast het pad staat echter nog volop in bloei.


Bij de taverne was nu de toegang tot de uitkijktoren wel open en van bovenaf heb je een wijds uitzicht over de omgeving.

Van mij mag de toren nog iets hoger worden, omdat je jaren geleden het kleurrijke gemeentehuis van Reusel heel goed zag staan in de verte. De bomen in het bos zijn sindsdien flink gegroeid.


Reactie plaatsen

Reacties

Willem
3 jaar geleden

Laat het Frans maar weten Toon. Hij mag reageren.

Toon Sanders
3 jaar geleden

Begrijp jij nou Willem dat onze Frans hier nooit iets over losgelaten heeft.
Dat mooie gebied in Reusel bedoel ik, want daar heeft hij lang gewoond!!!

Willem
4 jaar geleden

Dank je wel Toon.

Toon Sanders
4 jaar geleden

Weer een mooi stuk Willem!!

Willem
4 jaar geleden

Dank je wel voor het compliment Adrie. Je hebt hier een pracht van een wandeling uitgezet.

Adrie
4 jaar geleden

Mooi verslag! Vooral het kleine stukje "Parijs" in de bossen heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een mooi open gebied sinds het omgevormd is van bos naar een open heidegebied.