De tocht voert verder waarbij over een talud de brug over de A58 moet worden gepasseerd. Aan de andere zijde van die weg gaat de wandeling via het mooie bosgebied De Brekxsche Hoven en door een agrarisch gebied richting het Wilhelminakanaal en loop je een flink stuk naast het spoor. Dan kom je uiteindelijk weer in de stad Tilburg uit en kun je daar weer terug naar het treinstation.

Hieronder beschrijf ik de diverse zaken die je tijdens de wandeling zoal tegenkomt.

De stad Tilburg is momenteel de 7^e stad van Nederland qua inwonertal.  De stad staat bij veel mensen nog steeds bekend als textielstad.

Op basis van de al aanwezige schapenteelt groeide Tilburg omstreeks 1600 uit tot de belangrijkste wolstad van Brabant en overvleugelde het midden 18e eeuw de bijna compleet weggevallen Hollandse textielindustrie.

De stad is eind 19e eeuw groot geworden door de textielindustrie. In 1871 telde de stad maar liefst 125 wollenstoffenfabrieken.

Gedurende de jaren 60 van de 20e eeuw verdween de textielindustrie. In de binnenstad zijn nog vele statige huizen te vinden die door de fabriekseigenaren zijn neergezet.

Trappistenklooster Koningshoeven

Monniken in Noord-Frankrijk waren in 1880 bang dat zij verjaagd zouden worden en vertrokken naar het buitenland op zoek naar een nieuwe vestigingsplaats. In contact gekomen met de fraters van Tilburg kwamen zij uit bij de fabrikant Caspar Houben die eigenaar was van De Schaapskooi in de gemeente Berkel-Enschot. De Schaapskooi bestond uit een drietal hoeven en waren in 1834 gebouwd door de toenmalige kroonprins, de latere koning Willem II. Houben stond de drie hoeven af in bruikleen en die werden tot een primitief klooster ingericht op 5 maart 1881.

Het was een armoedig bestaan in het begin en een latere overste, die een boerenzoon uit het Duitse München was, begon bij het klooster een brouwerij. Daarmee kwam er geld in het laadje en in 1891 werd het klooster tot abdij verheven. Ook begon men met de bouw van de nieuwe abdij, kerk en klooster. De oude Schaapskooi werd gesloopt en de naam ging over op de brouwerij.

Vlakbij de brouwerij is een proeflokaal waar je de verschillende trappistenbieren kunt proeven.

Na een bezoek aan deze abdij ben ik verder om het complex heen gelopen via een toch wat saaie nieuwe weg en kwam uiteindelijk op een fraai wandelpad over een stukje Kerkeindsche Heide, gelegen op het grondgebied van de gemeente Moergestel. Op de heide kwam ik langs een stel geitenbokken met behoorlijk flinke horens. Toen ik een keer riep: “Cheese!” was ik net op tijd om de brede lach van een van de bokken vast te leggen.

Kluizenaar

Op het grondgebied van de gemeente Moergestel zie je in de gemeentebossen twee opmerkelijke stenen zuiltjes staan met het opschrift “Kluizenaar”. Het is de naamgeving van een ooit verborgen buitenbezit van de familie Verschuren-Piron. Er staan een aantal optrekjes waarvan er drie bewoonbaar zijn maar een aansluiting voor gas, water en elektra ontbreekt. Het bosperceel is inmiddels vrij toegankelijk. De naam “Kluizenaar” doet denken aan de abdij, maar het is niet duidelijk waar die naam vandaan komt.

Begrazing door geiten

Brabants Landschap laat sinds kort de Kerkeindse Heide in Moergestel door geiten begrazen.

Dwars door het bos van de Kerkeindse Heide loopt een hoogspanningslijn. In verband met veiligheid mogen hieronder geen hoge bomen groeien. Daarom moesten om de paar jaar over de hele lengte van de hoogspanningslijn alle struiken en bomen worden weggehaald en dat is een kostbare operatie. Om dit soort kosten in de toekomst te vermijden, wordt dit gebied intensief begraasd door 50 geiten. Daardoor wordt de struikenzone langzamerhand veranderd in een heidegebied. 

Terug in de stad

Bij binnenkomst van Tilburg valt het enorm grote gebouw op van een bekende verzekeraar.

Eens een textielstad maar nu is het de stad van Interpolis.